Opkamer (van) boerderij0000.0011

 

 Literatuur

 

- Cruyningen, Piet van & Jeroen Goudeau & Feyoena Grovestins & André Viersen & John van Zuijlen, Het Boerderijenboek. Uitgegeven vanwege de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek. Zwolle (Waanders), 2003cop. [448 blz. ISBN 90.400.8808.X]. Hierin "Opkamer en kelder": blz. 338-343

- Enderman, Maarten, "De ontwikkeling van de boerderij in de Achterhoek". In: Historisch Boerderij-onderzoek 2002. De Graafschap, tevens SHBO-jaarverslag 2001 [100 blz. ISSN 1338.1620]. Hierin: blz. 41-43 ("Het woongedeelte: [...] In de middenbeuk bevond zich de voornaamste woonruimte, waar werd gekookt, geleefd en geslapen in de bedsteden die op deze ruimte uitkwamen. De ruimtes in de zijbeuken dienden als slaapplaats, berging of wasruimte. Vaak was ook in een van de zijbeuken een kleine kelder aangelegd met een opkamertje erboven.
Het uitbouwen van het woonhuisgedeelte. De overgang naar de krukhuis- of T-huisboerderij door het verhogen en uitbouwen van het woongedeelte aan één of beide zijden, kwam in het westen van de Achterhoek algemeen voor. Door de hogere zijgevels waren de vertrekken in de zijbeuken veel beter bewoonbaar. [...] In het algemeen echter was in het oosten van de Achterhoek het verhogen van de zijgevels van het woongedeelte als een veel goedkopere oplossing om ruimte te winnen gangbaarder.")